201603.21
0

Vakantiedagenclaim

De Nederlandse Staat gaat ten onrechte niet opgebouwde vakantiedagen vergoeden. Tot 1 januari 2012 stond in de wet dat een zieke werknemer alleen in de laatste zes maanden van een aaneengesloten ziekteperiode vakantie opbouwt. Dat is in strijd met de Europese regels met betrekking tot het opbouwen en genieten van vakantie, aldus het Europese Hof van Justitie. Onlangs bepaalde de Hoge Raad dat de Nederlandse staat aansprakelijk is voor de vakantiedagen die werknemers op deze manier hebben gemist.

Opbouw vakantiedagen

In het Schultz-Hoff arrest (2009) bepaalde het Europese Hof van Justitie dat het beperken van de opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte in strijd was met de Europese Arbeidstijdenrichtlijn. Deze richtlijn waarborgt twee elementaire beginselen bij het toekennen van vakantie:

  1. het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon moet worden toegekend aan  werknemers, ongeacht hun gezondheidstoestand
  2. om te voorkomen dat een werknemer verstoken blijft van dit recht, heeft hij recht op een financiële vergoeding als de arbeidsovereenkomst eindigt voordat hij die vakantie kon opnemen.

De Nederlandse wet is naar aanleiding van deze uitspraak gewijzigd per 1 januari 2012. Voor die tijd bouwden zieke werknemers alleen vakantie op over de laatste zes maanden van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte.

Misgelopen vakantiedagen

Het Europese Hof heeft dus geoordeeld dat de Europese richtlijn niet goed is vastgelegd in het Nederlands recht. Het gevolg daarvan is volgens bestendige rechtspraak dat de Nederlandse staat een schadevergoeding verschuldigd is aan gedupeerden. Dit is voor deze situatie bevestigd door de Hoge Raad. Dat betekent dat eenieder die vakantiedagen had kunnen opbouwen tijdens ziekte voor 1 januari 2012, nu de daardoor gelden schade ter vergoeding kan indienen bij het ministerie van SZW.

Procedure

Het ministerie heeft daarvoor een procedure in het leven geroepen om vast te stellen of werknemers inderdaad recht hebben op een schadevergoeding. Uiteraard wil het ministerie vast kunnen stellen of de betreffende werknemer inderdaad recht had op vakantiedagen als de staat wel de richtlijn op een correcte manier had opgenomen in het Nederlands recht. Daarnaast moet natuurlijk ook rekening gehouden worden met verjaringstermijnen. Voor de meeste gevallen wordt een uiterste termijn gehanteerd tot 16 november 2016 voor het indienen van een claim.