Ontslag op staande voet light
Een ontslag op staande voet is de zwaarste sanctie van het Nederlands arbeidsrecht. De arbeidsovereenkomst eindigt per direct en de werknemer heeft in principe geen recht op de transitievergoeding of een WW-uitkering. Bovendien is de werknemer zelf een vergoeding verschuldigd aan zijn werkgever, ter hoogte van zijn bruto loon over zijn eigen opzegtermijn: de gefixeerde schadevergoeding.
Ontslag op staande voet
Een werknemer kan een onterecht ontslag op staande voet aanvechten of een billijke vergoeding opeisen door binnen twee maanden bij de rechtbank een verzoekschrift in te dienen. In de praktijk zien we dat werknemers ook een dergelijke procedure beginnen, als het als een paal boven water staat dat ze terecht op staande voet ontslagen zijn. Ze zijn bijvoorbeeld betrapt op diefstal, er is een overdaad aan bewijs en de procedure is correct doorlopen. De reden dat een werknemer in zo’n situatie toch een procedure begint is dat enerzijds de praktijk daartoe uitnodigt (soms zijn er persoonlijke omstandigheden) en dat hij anderzijds ook niets te verliezen heeft.
Beëindigingsovereenkomst
In een dergelijke situatie kan een werkgever er ook voor kiezen om de werknemer wel op staande voet te ontslaan, maar dit te doen onder de opschortende voorwaarde dat de werknemer niet binnen een korte bedenktermijn akkoord gaat met de inhoud van een beëindigingsovereenkomst. Die beëindigingsovereenkomst komt op niet veel meer neer dan een ontslag op staande voet, maar dat is het niet: het is een beëindiging met wederzijds goedvinden en dat staat een stuk beter op je CV. In die overeenkomst kan ook worden overeengekomen dat de werknemer de gefixeerde schadevergoeding niet hoeft te betalen.
Opschortende voorwaarde
De Hoge Raad heeft deze manier van het geven van een ontslag op staande voet al in 1983 goed gevonden (Hoge Raad 4 november 1983, NJ 1984, 187). Voorwaarde is wel dat de werknemer in de bedenktermijn op non-actief gesteld is. Als hij gewoon aan het werk zou zijn, is wat hij gedaan heeft voor de werkgever kennelijk toch niet zo erg dat hij nooit meer op de werkvloer mag komen.
Voorwaarden
Het ontslag op staande voet onder opschortende voorwaarde (light) is in essentie wel een ontslag op staande voet. Als de werknemer niet instemt met het ontslag moet immers aan alle (strenge) voorwaarden voor een ontslag op staande voet voldaan zijn:
- de reden moet ernstig genoeg zijn;
- de reden is voor de werkgever ook ernstig, dus niet iets dat al jaren oogluikend is toegestaan;
- de werkgever heeft het ontslag en de reden onverwijld meegedeeld;
- de werkgever heeft de werknemer in de gelegenheid gesteld zijn kant van het verhaal te geven;
- bij de toetsing van een ontslag op staande voet spelen ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer een rol: leeftijd, lengte dienstverband, staat van dienst en positie op de arbeidsmarkt.