Genderquotum in de top van het bedrijfsleven
Per 1 januari 2022 moeten beursgenoteerde N.V.’s bij nieuwe benoemingen er naar streven dat de raad van commissarissen voor tenminste een derde uit mannen of vrouwen bestaat. Voor grote bedrijven wordt het verplicht om passende en ambitieuze doelen te stellen om te zorgen voor een evenwichtiger verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in topposities.
Beursgenoteerde N.V.’s: genderquotum in rvc
Het genderquotum voor de raad van commissarissen gaat gelden voor beursgenoteerde vennootschappen. De wet is genderneutraal geformuleerd, in die zin dat hij beide kanten op werkt. Dus een beursvennootschap waarvan de raad van commissarissen uit louter vrouwen bestaat, zal bij nieuwe benoemingen een man moeten gaan aanstellen. Die situatie is echter niet de drijfveer van deze regeling. Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in de raden van commissarissen van beursgenoteerde vennootschappen: 29,5 % in 2020. Het quotum is van toepassing als de raad van commissarissen voor meer dan twee derde uit mannen of vrouwen bestaat. Als het aantal commissarissen niet door drie deelbaar is, dan wordt het naastgelegen hogere getal genomen dat wel door drie deelbaar is. Dus stel er zijn vier commissarissen, dan moeten daarvan minimaal twee man of vrouw zijn: één derde van zes.
Na 1 januari 2022 moet een nieuwe benoeming de verdeling tussen mannen en vrouwen in de raad van commissarissen evenwichtiger maken. Als dat niet zo is, dan is de benoeming nietig. Er gelden enkele uitzonderingen:
- bij herbenoeming binnen acht jaar na de eerste benoeming;
- de niet-evenrediger makende benoeming is noodzakelijk om de langetermijnbelangen en duurzaamheid van de vennootschap als geheel te dienen of haar levensvatbaarheid te garanderen;
- als de raad van commissarissen bestaat uit één persoon.
Grote bedrijven: streefcijfer topfunctionarissen
‘Grote bedrijven’ zijn vennootschappen die aan ten minste twee van de drie volgende voorwaarden voldoen:
- De waarde van de activa is meer dan twintig miljoen euro;
- De netto omzet over het boekjaar is meer dan veertig miljoen euro;
- Het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar is 250 of meer.
Het geldt alleen voor B.V.’s en N.V.’s. Op bedrijven met een andere rechtsvorm, zoals stichtingen, verenigingen en coöperaties, is de wet niet van toepassing.
Grote bedrijven moeten passende en ambitieuze doelen vaststellen in de vorm van een streefcijfer om de verhouding evenwichtiger te maken tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur en de raad van commissarissen. Dat geldt ook voor andere categorieën werknemers in leidinggevende functies.
Verder moeten grote bedrijven een plan opstellen om dat streefcijfer te realiseren en ze moeten aan de SER rapporteren (a) hoe de verhoudingen tussen mannen en vrouwen zijn binnen de topposities en (b) of het streefcijfer is bereikt en zo nee, waarom niet.
Voorheen: inspanningsverplichting
Vanaf 2013 tot 2020 waren er (met tussenpozen) slechts inspanningsverplichtingen opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Bij het benoemen van bestuursleden en commissarissen moest ‘zoveel mogelijk rekening worden gehouden met een evenwichtige zetelverdeling tussen mannen en vrouwen’. Evenwichtig was: minstens 30% mannen of vrouwen. De gedachte achter de nieuwe wet is dat deze inspanningsverplichting toch onvoldoende resultaat heeft geboekt en te veel tijd kostte.
Quota: mag dat?
Nee, in principe mag dat niet. Ook al zijn quota bedoeld om meer gelijkheid te creëren, een quotum heeft nu tot gevolg dat onderscheid wordt gemaakt op grond van, in dit geval, sekse. Het verbod om onderscheid te maken op grond van sekse is echter geen absoluut verbod. Als er een objectieve rechtvaardiging is voor het maken van onderscheid, dan mag het weer wel. Het Europese Hof van Justitie heeft de voorwaarden voor quota vastgelegd in een aantal arresten:
- aantoonbare ondervertegenwoordiging van de doelgroep;
- de geselecteerde kandidaten worden objectief beoordeeld, er kunnen niet bij voorbaat plekken worden gereserveerd voor de doelgroep
- de doelgroep wordt alleen bevoordeeld bij gelijke geschiktheid;
- er wordt een openingsclausule toegepast: afwijking van het voorkeursbeleid indien individuele redenen de balans doen doorslaan naar een andere kandidaat.
Een voorzichtige conclusie is dat de nieuwe regelgeving, met name die voor wat betreft de raad van commissarissen, vanwege het absolute karakter daarvan op gespannen voet staat met de Europeesrechtelijke jurisprudentie. Dat was in ieder geval de mening van het College voor de Rechten van de Mens en de Raad van State. De regering heeft het toch doorgevoerd, met als uitleg dat het doel – het inhalen van een achterstand – de middelen heiligt.