201502.16
0

Dubbele ontslagvergoeding

De transitievergoeding hoeft niet betaald te worden als er al een andere voorziening is getroffen. Het kan dan gaan om een contractuele vergoeding, een sociaal plan of een wachtgeldregeling.  De ministerraad heeft ingestemd met twee ontwerpbesluiten die dit gaan regelen.

Transitievergoeding

Per 1 juli 2015 verdwijnt de ontbindingsvergoeding zoals we die nu kennen en die wordt berekend aan de hand van de kantonrechtersformule. Daarvoor in de plaats komt de (verplichte) transitievergoeding. deze komt neer op 1/3 maandsalaris per dienstjaar voor de eerste tien dienstjaren, en 1/2 maandsalaris voor de dienstjaren daarna. Er is een tijdelijke overgangsregeling voor 50+ werknemers: indien die meer dan tien jaar in dienst zijn ontvangen zij een heel maandsalaris voor de eerste tien dienstjaren na hun vijftigste levensjaar. Dit geldt niet voor werkgevers die gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst hebben.

Cumulatie

De vraag drong zich op hoe deze transitievergoeding zich gaat verhouden met vergoedingen die de werkgever al verschuldigd was, bijvoorbeeld op basis van een sociaal plan of wachtgeldregeling. Het nieuwe artikel 7:673b van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de transitievergoeding niet verschuldigd is als er bij cao een gelijkwaardige voorziening is opgenomen. Volgens de wetsgeschiedenis is een gelijkwaardige voorziening: een voorziening in geld of in natura die het equivalent vormt van de toepasselijke transitievergoeding. Toch menen sommige geleerden dat dit niet ziet op bijvoorbeeld een wachtgeldregeling in een cao.
Zij zijn waarschijnlijk op het verkeerde been gezet door het overgangsrecht. In artikel XXII lid 6 staat dat: ‘Vergoedingen die de werkgever na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet verschuldigd is op grond van tussen de werkgever en de werknemer of verenigingen van werknemers voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet gemaakte afspraken, kunnen onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen voorwaarden tijdelijk in mindering worden gebracht op de grond van de artikelen 673 en 673a verschuldigde vergoeding (de transitievergoeding).’ Dat suggereert inderdaad dat de verrekening van de transitievergoeding nog nader uitgewerkt zou moeten worden.

Ontwerpbesluiten

In ieder geval gaat er op basis van deze ontwerpbesluiten tot 1 juli 2016 duidelijkheid komen over de samenloop van bestaande vergoedingsregelingen en de transitievergoeding. Als de werkgever voor 1 juli 2015 gebonden is aan afspraken met werknemersverenigingen over vergoedingen en voorzieningen, dan gaan deze vóór de transitievergoeding. Voor individuele afspraken geldt dat de werknemer mag kiezen (ook na 1 juli 2016). In het tweede ontwerpbesluit wordt bepaald onder welke voorwaarden de werkgever transitie- en inzetbaarheidskosten in mindering mag brengen op de transitievergoeding. Dit zullen zijn:

  • de werknemer moet vooraf instemmen met het maken van de kosten en het in mindering brengen daarvan op zijn transitievergoeding
     
  • tenzij het gaat om kosten gemaakt als gevolg van collectieve afspraken of als het gaat om kosten voor een duale opleiding (zoals opleidingen in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg)
     
  • bij opleidingskosten: de door de opleiding verworven kennis en vaardigheden zijn niet aangewend om een functie bij de werkgever uit te oefenen
     
  • de kosten zijn gemaakt vijf jaar voor het einde van de arbeidsovereenkomst, tenzij partijen een andere termijn hebben afgesproken