201703.09
0

Studiekostenbeding in contract voor bepaalde tijd

Een kantonrechter in Amsterdam heeft een opvallende uitspraak gedaan over een studiekostenbeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Het vonnis geeft duidelijke instructies voor werkgevers hoe zij hiermee moeten omgaan.

Studiekostenbeding

Een studiekostenbeding is een beding dat de werknemer verplicht om kosten terug te betalen die de werkgever heeft gemaakt voor een studie voor de werknemer. De rechters toetsen dit soort bepalingen aan de hand van criteria die volgen uit het standaardarrest Muller/Van Opzeeland van de Hoge Raad uit 1983:

  • het beding benoemt de periode waarin de werkgever baat heeft van de door de werknemer opgedane kennis;
  • de terugbetalingsverplichting vermindert naar evenredigheid van het verloop van die periode; 
  • de ernstige consequenties van deze regeling worden duidelijk aan de werknemer uitgelegd; en
  • onder omstandigheden kan het in strijd zijn met de goede trouw als de werkgever het initiatief tot het einde van de dienstbetrekking heeft genomen.

In de lagere rechtspraak wordt geregeld door werknemers met succes een beroep gedaan op goed werkgeverschap (7:611 BW) om hun studiekosten niet terug te hoeven betalen. 

Bepaalde tijd

De Amsterdamse kort gedingrechter redeneert dat een werknemer met een contract voor bepaalde tijd extra getroffen wordt door een studiekostenbeding. Als zijn contract afloopt is hij niet alleen zijn baan kwijt, hij moet ook nog eens de studiekosten terugbetalen. Bovendien is de kans dat de werknemer met de nadelige werking van het beding wordt geconfronteerd, ook nog eens een stuk groter. Dat “dubbele nadeel” rechtvaardigt een striktere redelijkheidstoets. Van de werkgever wordt het volgende verwacht:

  • hij moet de werknemer bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst waarin het studiekostenbeding is opgenomen, uitdrukkelijk wijzen op de gevolgen daarvan;
  • bij het aangaan van de studiekosten moet hij de werknemer er expliciet op wijzen dat het volgen van de opleiding tot een terugbetalingsverplichting kan leiden;
  • de precieze kosten moeten worden besproken (bedragen noemen);
  • de kans op voortzetting van de arbeidsovereenkomst moeten worden besproken.

Extra zorgvuldigheid

De redenering voor een extra zorgvuldigheidsnorm bij een contract voor bepaalde tijd is niet nieuw: de WWZ heeft deze geïntroduceerd voor het concurrentiebeding. Een concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd is verboden, tenzij de werkgever in de arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk schriftelijk motiveert welke zwaarwegende bedrijfsbelangen dit concurrentiebeding rechtvaardigen. Ook hier is de gedachte dat de werknemer met een bepaalde tijd contract “dubbel nadeel” ondervindt. De redenering van de kantonrechter in deze zaak is dus logisch en juridisch onderbouwd. Eigenlijk gaan de voorwaarden die de kantonrechter hier formuleert, net zo goed op voor een contract voor onbepaalde tijd. 

Stappenplan bij studiekostenbeding

  • Neem het studiekostenbeding op in de arbeidsovereenkomst. Wie het leuk vindt om achteraf te discussiëren of het ook volstaat om te verwijzen naar een personeelsreglement, regeling op intranet, geheugendrager, etc., die kan dat doen.
     
  • Dit studiekostenbeding is een kapstokbepaling voor wanneer er daadwerkelijk studiekosten gemaakt gaan worden. Bijvoorbeeld: “De werknemer verbindt zich om door de werkgever gemaakte kosten voor een opleiding van de werknemer terug te betalen, indien de arbeidsovereenkomst eindigt gedurende de opleiding of binnen een nader te specificeren periode na afronding daarvan. Deze terugbetalingsverplichting loopt jaarlijks gestaffeld af, evenredig aan het verstrijken van deze periode.” 
     
  • Het is niet ongebruikelijk om in de overeenkomst op te nemen dat de terugbetaling alleen wordt getriggerd als de werknemer zelf zijn arbeidsovereenkomst beëindigt. Bijvoorbeeld: “Deze terugbetalingsverplichting ontstaat wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt op initiatief van de werknemer, wanneer sprake is van opzegging wegens een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 BW (ontslag op staande voet) of wanneer sprake is van (ernstige) verwijtbaarheid van de werknemer.” Op deze manier wordt de terugbetalingsverplichting niet geactiveerd bij een einde van rechtswege vanwege het verstrijken van de bepaalde tijd.
     
  • Voordat de werknemer daadwerkelijk een opleiding gaat doen, bevestigt u drie dingen schriftelijk aan die werknemer: (a) het prijskaartje dat verbonden is aan de studie (b) de lengte van de periode dat hij die kosten terug moet betalen en (c) de kans op voortzetten van de arbeidsovereenkomst. Wat betreft dat laatste dient u er rekening mee te houden dat de werknemer in sommige situaties rechten kunnen ontlenen aan dat soort toezeggingen.