Voorlopig verslag WWZ
De Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Eerste Kamer heeft haar voorlopig verslag vastgesteld over het Wetsvoorstel Werk en Zekerheid. Naast de vragen van de VAAN hebben de verschillende fracties zelf ook nog aanvullende vragen gesteld over de wettekst en – systematiek. Maar veel interessanter is de visie van de heren en dames senatoren op de effecten van de nieuwe wet. Want die is niet bepaald positief.
- VVD: is van mening dat, zeker in een ruime arbeidsmarkt, de positie van de flexwerker eerder wordt verzwakt dan versterkt. De VVD wijst op de twijfels die eerder zijn geuit door de Raad van State en het Centraal Planbureau: het kost niet alleen rechtstreeks, maar ook indirect, structureel werkgelegenheid.
- PvdA: vreest een nieuwe verdelingseffect op de arbeidsmarkt. Enerzijds de “onvervangbaren”, bestaande uit schaarse (jonge /hoogopgeleide) mensen die eerder een vast contract krijgen. Aan de andere kant de “vervangbaren”, bestaande uit uitwisselbare (ouderen/laag opgeleide) mensen. De PvdA is bang dat de vervangbaren slechts de keuze krijgt tussen een onvoordelig flexcontract of helemaal geen werk.
- SP: heeft geen aanvullende vragen gesteld.
- CDA: noemt het belangrijkste probleem van flexwerken de mindere mogelijkheden voor het verkrijgen van een hypotheek of een lening voor een auto. Het CDA vraagt zich of dat probleem niet meer rechtstreeks moet worden aangepakt.
- PVV: vraagt zich af in hoeverre het wetsvoorstel Werk en Zekerheid een doorvertaling is van de Flexicurity Principles, gepubliceerd door de EU.
- D66: ziet een verschuiving in het denken over ontslagbescherming. Het lijkt er op dat in een volatiele arbeidsmarkt de werknemer van tijd tot tijd naar ander werk moet uitzien en dat ontslagbescherming daar niet teveel in mag belemmeren.