Wet Werk en Zekerheid in Eerste Kamer
De vaste Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid is op 8 april 2014 begonnen met een voorbereidend onderzoek van het wetsvoorstel Werk en Zekerheid. In deze commissie zijn alle fracties vertegenwoordigd en heeft aangekondigd het voorstel in ieder geval voor het zomerreces te behandelen. Dat is ook geen overbodige luxe, met de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2014 voor een gedeelte van deze wet.
VAAN
De Vereniging van Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) heeft een lange lijst met mogelijke Kamervragen opgesteld. De commissie heeft laten weten dat zij al die vragen overneemt. VAAN wijst op tal van onduidelijkheden en gebreken. De voorzitter van de VAAN, Max Keulaerds zegt zelfs dat de kwaliteit van de wet “op dit moment onvoldoende lijkt te zijn”.
Kritiekpunten
De VAAN noemt niet alleen tekstuele tekortkomingen en problemen in de wetsystematiek, maar ook om inhoudelijke problemen met betrekking tot de voorgestelde nieuwe regeling.
- Zo is de VAAN bang dat de kantonrechter straks niet meer de ruimte heeft om toch te ontbinden als er sprake is van een wat gebrekkig dossier, bijvoorbeeld bij disfunctioneren. In de praktijk lost de kantonrechter dat nu vaak op in de hoogte van de vergoeding, als een vruchtbare samenwerking onmogelijk is geworden.
- Verder is het volgens de VAAN onduidelijk welke ontslagroute gekozen moet worden als er sprake is van een gemengde ontslaggrond. Bijvoorbeeld bij een werknemer die boventallig is èn disfunctioneert.
- De VAAN zou ook graag aan de minister vragen hoe de billijke vergoeding, die bij bepaalde excessen naast de transitievergoeding verschuldigd zou kunnen worden, berekend zou moeten worden.
- De VAAN wijst op het spanningsveld met de regels en jurisprudentie over het verbod op onderscheid naar leeftijd. In het wetsvoorstel Werk en Zekerheid komt dat op een aantal punten voor bijvoorbeeld bij de hoogte van de transitievergoeding en het overgangsrecht daarbij.