Wijzigingen transitievergoeding
De minister van SZW heeft een wetsvoorstel ingediend dat twee ingrijpende wijzigingen met zich mee brengt voor de ontslagpraktijk. Ten eerste bepaalt het voorstel dat de werkgever wordt gecompenseerd voor de kosten van de transitievergoeding bij een ontslag wegens ziekte. Ten tweede zal de werkgever geen transitievergoeding hoeven te betalen bij een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen als in een cao al een voorziening is opgenomen. De beoogde inwerkingtreding van beide wijzigingen is 1 januari 2018.
Ontslag na twee jaar ziekte
Werkgevers vinden het onredelijk bezwarend dat zij een werknemer bij een ontslag na twee jaar ziekte een transitievergoeding moeten betalen. Zij hebben in dat geval immers in veel gevallen al twee jaar lang het loon doorbetaald en mogelijk kosten gemaakt voor de re-integratie van de betreffende medewerker. De regering komt daaraan tegemoet niet door te bepalen dat de werknemer geen transitievergoeding krijgt, maar door de kosten voor de werkgever te vergoeden. En dat gebeurt met terugwerkende kracht, voor alle arbeidsovereenkomsten die op of na 1 juli 2015 zijn geëindigd.
- De compensatie zal worden aangevraagd bij het UWV, en wordt bekostigd uit het Algemeen werkloosheidsfonds. Deze uitgaven(180 miljoen euro per jaar) worden bekostigd door verhoging van de premie (0,45 % in 2018, en daarna structureel met 0,1-0,15%).
- De compensatie is niet hoger van de verschuldigde transitievergoeding op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting gedurende ziekte (in principe twee jaar) eindigt. De compensatie is tevens niet hoger dan de totale loonkosten gedurende de loondoorbetalingsperiode.
- De compensatie wordt betaald ongeacht hoe de arbeidsovereenkomst is geëindigd: opzegging, ontbinding, einde van rechtswege bij een bepaalde tijds overeenkomst en bij beëindiging met wederzijds goedvinden.
CAO voorziening
Artikel 7:673b BW bepaalt nu dat geen transitievergoeding verschuldigd is, indien de werknemer op basis van een cao een aanspraak heeft op een gelijkwaardige voorziening. Het was onduidelijk wat met ‘gelijkwaardig’ bedoeld werd en hoe deze bepaling zich precies verhield met het overgangsrecht inzake de samenloop tussen cao-voorzieningen en de transitievergoeding. In het onderhavige wetsvoorstel staat dat het gaat om de gelijkwaardigheid tussen de transitievergoeding en de gekapitaliseerde waarde van de betreffende voorzieningen. Nu zal dit gelijkwaardigheidsvereiste komen te vervallen, omdat onder omstandigheden de transitievergoeding een te zware belasting kan zijn, en het bij de bedrijfssluiting mogelijk ten koste gaat van een pensioenvoorziening.
- De transitievergoeding wordt hiermee effectief driekwart dwingend recht: bij cao kan deze buiten toepassing worden gelaten.
- Een ontslagregeling kan straks dus beperkt zijn tot een ‘van-werk-naar-werk’ arrangement.
Wat te doen
Het gaat hier om een voorstel van wet (‘houdende maatregelen met betrekking tot de transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid‘). Dat betekent dat het niet zeker is dat het huidige voorstel ook in deze vorm door de eerste en tweede kamer zal komen. Werkgevers kunnen echter nu al te maken hebben met de vraag of zij een werknemer na twee jaar ziekte willen ontslaan of niet. Mogelijk krijgen zij de kosten daarvoor terug, en mogelijk ook niet. In ieder geval heeft het gerechtshof Den Haag bepaald dat het niet in strijd met goed werkgeverschap, verwijtbaar of onrechtmatig is om een dergelijke overeenkomst niet te beëindigen. Wachten op de komende regelgeving lijkt dus de geëigende route – ook al lopen de kosten daardoor enigszins op.